Iedere eerste vrijdag van de maand stof ik een blog af uit de oude doos. Vandaag gaat de swiffer over 'Tolerantie is lelijk'. Enjoy!
Nederland is tolerant. Heel. Erg. Tolerant. En dat is jammer.
Gisteravond hield voormalig minister van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten en VN-ambassadeur Madeleine Albright een lezing in de Amsterdamse Thomaskerk. Anderhalf uur luisterde ik
geboeid naar haar verhalen over haar jeugd in oorlogstijd en haar opvattingen over internationale betrekkingen en leiderschap. Dat angst niet de sleutel is tot goed leiderschap, maar kennis.
Kennis over dat wat je niet kent. Verdiep je in een ander, zodat je de ander begrijpt in plaats van veroordeelt. ‘Because I don’t like the term “tolerance”. Tolerance means you put up with
each other.’ En daarmee verwoordde ze exact wat ik altijd al denk: tolerantie is lelijk.
Nederland is een tolerant land, daar staan we om bekend. Politici gebruiken het woord vol trots en kloppen zichzelf op de roze jongensborst. ‘Kijk nou toch, hoe tolerant wij zijn!’ SIRE was ooit
zelfs een speciale campagne gestart: ‘Tolerantie, daar knapt heel Nederland van op.’ Maar is dat wel zo?
to-le-ran-tie (de; v)
1. Verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden.
2. Vermogen om iets of iemand te verdragen.
3. De bereidheid dat sancties uitblijven voor afwijkende meningen en gedragingen.
Wanneer je iemand tolereert of verdraagt, betekent dit dat die persoon er van jou wel mag zijn. Maar liever niet. Je beseft je dat de ander er nou eenmaal is en dat voor jou niet heuglijke feit
ben je bereid te verdragen, maar het omarmen doe je niet. Je verdiepen in de achtergrond van de ander, zijn of haar geschiedenis met een open blik bekijken, begrip opbrengen, betrokkenheid,
kennis. Dat zijn aspecten die ik politici met trots zou willen zien dragen. Niet tolerantie.
Een hardnekkige griep tijdens het werken, kun je tolereren. Een puberende zoon die heel even met de deuren slaat als hij boos is, kun je tolereren. Bumperklevers kun je (soort van) tolereren.
Gedrag, omstandigheden en ziektes tolereer je. Mensen, religies en culturele achtergronden begrijp je. Of niet.
Laatst raakte ik weer eens verstrikt in een gesprek over ‘de moslims’. In de metro sprak een oudere dame mij aan, terwijl ze naar een artikel wees in de krant.
‘Wat vind jij daar nou van. Van de moslims hier in Nederland?’
‘Zover we kunnen spreken over “de moslims” hou ik van ze, mevrouw. Mijn vader is ook moslim.’
‘O. Maar jij bent toch Indonesisch?’
‘Dat klopt, mevrouw. Mijn halve familie is moslim. En superlief trouwens.’
‘O. Maar jij draagt geen hoofddoek.’
‘Nee, dat weet ik. Dit is mijn halte. Fijne reis verder.’
Nederland is tolerant. Laten we er samen wat aan doen.
Reactie schrijven